Ga naar de inhoud

Hamster Fokken

Voortplanting

Campbelli’s kunnen vanaf 4 weken al geslachtsrijp zijn. Dit is echter nog veel te jong voor een vrouwtje om zwanger te raken. Daar is ze dan nog niet klaar voor. Koppel een mannetje en een vrouwtje daarom pas als het vrouwtje ongeveer 3 à 4 maanden oud is. Ze heeft dan genoeg reserves opgebouwd om een zwangerschap aan te kunnen. Zwanger zijn, bevallen en jongen grootbrengen is namelijk niet niks!

Koppelen

Als je doelbewust wilt gaan fokken met een mannetje en een vrouwtje, zul je ze eerst moeten koppelen. Koppelen kun je het beste doen wanneer het vrouwtje bronstig is. Bij campbelli dwerghamsters kun je het heel moeilijk merken wanneer een vrouwtje bronstig is. Wil het de ene dag niet lukken met koppelen, kun je het daarom het beste de volgende dag gewoon weer proberen. Een vrouwtje is één keer in de vier dagen bronstig, dus als je het enkele dagen achter elkaar probeert, zal de koppeling vast wel een keer lukken. Over het algemeen zijn mannetjes en vrouwtjes campbelli’s samen heel makkelijk te koppelen.

Zorg dat je een schone en lege vervoersbak hebt en zet daar het mannetje en het vrouwtje samen in. Ze zullen elkaar gaan ontdekken door aan elkaars kontjes te ruiken. Positief gedrag is wanneer het mannetje zich gaat zitten wassen (even netjes maken voor de dame) en wanneer ze geïnteresseerd zijn in elkaar. Een vrouwtje kan zich nogal eens snel aanstellen door te gaan piepen wanneer het mannetje in de buurt komt. Zolang er verder niets gebeurd, is dit echt aanstellerij. Negatief gedrag is wanneer ze helemaal rechtop tegenover elkaar gaan staan en naar elkaar blazen. Dat is een teken dat ze elkaar niet in de buurt willen hebben. Je kunt negatief gedrag straffen door zachtjes naar ze te blazen of met je vingers te knippen. Lukt dat niet, haal ze dan weer uit elkaar en probeer het de dag daarna opnieuw. Gaat het goed, maar merk je dat ze zich beginnen te vervelen (tegen de zijkanten van de vervoersbak aan springen), dan kun je wat eten in de bak doen. Zo kun je meteen zien of ze elkaar accepteren met eten in de buurt. Een koppeling moet minimaal een half uur duren. Als het echt heel goed gaat, kun je hun kooi klaar gaan maken. Zet nooit het mannetje bij het vrouwtje in de kooi of andersom, maar maak een helemaal schone kooi klaar. Dit voorkomt dat er al geuren van de een of de ander in de kooi hangen, waardoor ze weer ruzie kunnen krijgen. Degene waar het dan naar ruikt, zal zich dominant opstellen en de ander niet meer op het terrein accepteren. Als je het mannetje en het vrouwtje samen in de schone kooi hebt gezet, hou ze dan in het begin nog veel in de gaten en kijk hoe ze op elkaar reageren.

Paring

Het komt maar zelden voor dat je zelf de paring zult zien. De paring zal namelijk meestal ’s avonds of ’s nachts plaatsvinden, wanneer het vrouwtje bronstig is. Het mannetje dekt haar dan meerdere keren. Vaak kom je er pas achter dat het vrouwtje zwanger is, wanneer ze al bijna moet bevallen. Dan zal ze namelijk veel in gewicht aankomen en ook echt een buikje krijgen.

Zwangerschap

Een campbelli vrouwtje is zo’n 17 tot 21 dagen zwanger en bij het eerste nestje zal dit nog 1 of 2 dagen korter zijn. Tijdens de zwangerschap is het voor jou heel belangrijk dat je de dame goed verwent. Ze mag dan extra dierlijke eiwitten krijgen, zoals meelwormen of een klein beetje eiwit. Ik geef ze vaak ook wat nootjes, omdat ze hier goed wat reserves mee op kunnen bouwen. Die zal ze hard nodig hebben als de jongen eenmaal geboren zijn. Tijdens de zwangerschap kan het gedrag van het vrouwtje ook veel veranderen. Je ziet vaak dat ze wat chagrijniger zijn en soms zelfs kunnen bijten. Ze worden wat nerveus en stellen het niet altijd meer op prijs als je ze op pakt. Als je wilt voorkomen dat het vrouwtje nest na nest op de wereld brengt, kun je het mannetje bij haar vandaan halen zodra je ziet dat het vrouwtje zwanger is.

Tijdens een zwangerschap neemt het gewicht van het vrouwtje vooral toe in de laatste paar dagen. In deze grafiek zie je een voorbeeld van de gewichtstoename tijdens een zwangerschap.

Bevalling

Tijdens de bevalling is het belangrijk om het vrouwtje met rust te laten. Er is niets wat je kunt doen. Ze zal het nu echt alleen moeten doen. Als het goed is heeft ze een mooi nest gebouwt waar ze in alle rust haar jongen op de wereld kan brengen. Een bevalling kan met een kwartier al gebeurt zijn, maar kan ook langer duren. Na de bevalling zal de moeder het bloed, het vocht en de nageboorte wegpoetsen, omdat dit in de natuur roofdieren aan kan trekken. De jongen worden doof, blind en kaal geboren. Ze zijn ongeveer 1 cm groot en wegen tussen de 1 en 2 gram.

Zorg voor de jongen

De zorg voor de jongen is niet niks en kost de moeder een hoop energie. Daar mag je dan ook best een handje bij helpen. Als vader er nog bij is, zal hij ook een heel stuk meehelpen met de opvoeding van de jongen. Laat de eerste dagen moeder en haar kinderen met rust. De jongen hebben dan alleen nog maar moedermelk nodig en daar kun je niet bij helpen. Dus laat de natuur zijn gang gaan. Wel kun je moeder bij blijven voeren met dierlijke eiwitten en ander lekkers. Dit stimuleert de melkproductie. Zodra de jongen de ogen open hebben, gaan ze ook mee eten met het droogvoer en kun je hen ook gaan voeren en tam maken.

Genetica

Inleiding

Genetica, ook wel erfelijkheidsleer genoemd, is de wetenschap die erfelijkheid probeert te beschrijven en verklaren. Al duizenden jaren weten we dat we eigenschappen van onze ouders erven en dat wordt ook gebruikt bij het fokken van dieren. De basisregels van de genetica – hoe we eigenschappen aan onze nakomelingen doorgeven – werden in de negentiende eeuw ontdekt door Gregor Mendel.

Chromosomen

Het lichaam bestaat uit een heleboel cellen en elke cel bevat een aantal chromosomen. De cellen van campbelli’s hebben 28 chromosomen. Deze chromosomen vormen altijd een paar. Campbelli’s hebben dus 14 paar chromosomen. Bij de bevruchting krijgt het nieuwe leven de helft van de chromosomen van zijn vader en de andere helft van zijn moeder. Elk paar chromosomen bestaat dus uit een chromosoom van vader en een chromosoom van moeder. Zo’n chromosoom bestaat weer uit een heleboel genen. Je erft dus nooit een gen van je ouders, maar altijd per chromosoom. Op die manier kunnen campbelli’s de kleur, type bouw, bepaalde ziektes, etc. erven van hun ouders.

Dominant en recessief

Genen kunnen dominant of recessief vererven. Dominante genen zijn overheersend. Er hoeft dan maar één gen aanwezig te zijn om de eigenschap tot uiting te laten komen. In de gencode schrijf je dat op met een hoofdletter. Zo is bij campbelli’s gevlekt een dominant gen. Een hamster die gevlekt is, noteer je met Momo. Als hij van beide ouders het gevlekte gen geërfd heeft, noteer je dat met MoMo. Recessieve genen zijn ondergeschikt. Dat betekend dat er twee genen aanwezig moeten zijn om de eigenschappen tot uiting te laten komen. In de gencode schrijf je dat op met kleine letters. Zo is bij campbelli’s zwart een recessief gen. Een hamster die zwart is, noteer je met aa. Als hij niet zwart is, zou je dat noteren als AA, maar dan zouden de gencodes erg lang worden. Genen die er dus niet toe doen, worden ook niet genoteerd in de gencode. Recessieve genen kunnen ook gedragen worden. Dat houd in dat de hamster er één gen voor heeft. Het komt dan niet tot uiting, maar hij kan ze wel doorgeven aan het nageslacht. Voor zwart zou je dat noteren als Aa.

Lethale factor

Bij de campbelli bestaat er één lethale factor en dat is het Mi-gevlekt gen. Een lethale factor houdt in dat bij het erven van twee van die genen het nadelige gevolgen heeft. In het geval bij het Mi-gevlekt gen worden die jongen oogloos en tandloos geboren. Het is dus zeer zeker af te raden om daar mee te fokken. Andere lethale factoren kunnen bijvoorbeeld ook tot doodgeboren jongen leiden.

Mutatie

Als er een nieuwe kleur ontstaat, wordt er ook vaak gesproken van een nieuwe mutatie. Dat wil zeggen dat er bij het kopiëren van een gen iets fout is gegaan. Hierdoor komt het op een andere plek terecht en ontstaat er dus een nieuwe mutatie. Dit kan zowel een positief als negatief effect hebben. Zo komt het ooit voor dat een nieuwe kleur veel gezondheidsproblemen met zich mee brengt.

Kruisen met rus

Een Russische dwerghamster heeft ook 28 chromosomen, net als de campbelli. Hierdoor zijn ze onderling te kruisen. Omdat een dier altijd chromosomen erft, waar dus heel veel genen in zitten, heb je bij een kruising altijd te maken met een heleboel genen van de andere soort. Ook al zou je dus een hybride (kruising tussen rus en campbelli) terug fokken met campbelli, blijft hij altijd genen van de Russische dwerghamster hebben en blijft het dus altijd een hybride.

Kleurcodes bij campbelli’s

aa zwart
bb black-eyed argente
cc albino
dd opal
pp argente
sa satijn
Pl platinum
Mi gevlekt
Mo gevlekt

Hybride

Een hybride (ook wel eens bastaard genoemd) is een nauwe mengeling van ongelijksoortige dingen. In de biologie wordt dan gesproken over een kruising die het resultaat is van seksuele voortplanting tussen twee verschillende types dieren. Dat is dan ook precies waar we over spreken als we het hebben over een hybride hamster.

Zoals u ook al bij de geschiedenis van de campbelli dwerghamster hebt kunnen lezen, werd de campbelli vroeger gezien als een ondersoort van de russische dwerghamster. Dat was niet voor niets. De gelijkenis tussen deze twee soorten is enorm. Veel mensen kunnen tegenwoordig nog altijd het verschil niet zien. Maar zoveel als ze aan de buitenkant op elkaar lijken, zoveel verschillen ze aan de binnenkant van elkaar. Wetenschappers kwamen er achter dat het DNA van beide soorten veel van elkaar verschilt.

De eigenschappen tussen deze twee soorten die zo verschillen, lijken vooral afkomstig te zijn van de aanpassing van de dieren op hun omgeving. De Russische dwerghamster leeft in een veel kouder gebied dan de Campbelli dwerghamster en heeft hierdoor bijvoorbeeld in de winter beschikking over een wintervacht, iets wat een campbelli niet kent.

De belangrijkste genetische overeenkomst die er voor zorgt dat een kruising tussen deze twee soorten mogelijk is, is dat beide soorten 28 chromosoomparen heeft. Zo’n kruising gaat echter niet zonder gevaren. De campbelli is namelijk iets groter dan de rus. Als je een vrouwtjes rus zou kruisen met een mannetjes campbelli, zal het vrouwtje overlijden. De jongen zijn namelijk te groot en die krijgt ze er tijdens de bevalling niet uit. Als je een kuising dan wel succesvol hebt uitgevoerd, heeft dit nog steeds ernstige gevolgen. Hybride hamsters zijn erg instabiel, zowel in het gedrag/karakter als in het uiterlijk. Hybride hamsters kunnen erg agressief en hyperactief zijn. Iets wat je als fokker toch niet graag wilt fokken.
Let op! Het kruisen van Campbelli’s en Russen heeft ernstige gevolgen! Doe dit dus niet!

Kenmerken

De belangrijkste eigenschap hoe je een hybride Campbelli kunt herkennen, is door een te dikke aalstreep en een verdikking van de aalstreep op de kop. Dit zijn eigenschappen van de Rus, die dus niet bij een Campbelli thuis horen. Er zijn nog meer eigenschappen van de Rus die op kunnen treden, maar vaak wat lastiger te zien zijn. Zo kan de oor te klein zijn of er kan een vouw in zitten, de haren kunnen korter zijn en de Campbelli kan meer de grootte van een Rus krijgen. Ben hier dus alert op. Als je Campbelli één of meer van deze eigenschappen heeft, is het geen zuivere Campbelli, maar gaat het om een hybride. En eens een hybride, altijd een hybride. Hoe vaak je een hybride ook terug kruist op een Campbelli, er is nooit meer een zuivere Campbelli van te maken.

Een nest

Een nest zien opgroeien is echt prachtig en een mooi wonder. Dat wil ik graag met jullie delen. Hieronder beschrijf ik hoe de eerste drie weken van mijn H-nest zijn verlopen. Dan krijg je een beeld van hoe een klein roze wezentje uitgroeit tot een echte hamster.

Dag 2

Als ze net geboren zijn, laat ik mama en de kleintjes zo veel mogelijk met rust. Op de tweede dag lukt het me vaak al wel om een eerste foto te maken, als mama rustig wat zit te eten. Het lijken dan net roze wormpjes. Ze hebben al een heel klein beetje pigment en kunnen zich prima hoorbaar maken, door middel van piepjes, als ze honger hebben. Verder zijn ze compleet afhankelijk van moeder hamster. Dit nest bestaat uit 5 jongen.

Dag 4

De kleintjes groeien al goed en krijgen steeds meer pigment. Zo zie je dat er twee steeds donkerder worden en drie licht blijven. De donkere zullen opal of wildkleur zijn en de lichte lijken alle drie blue fawn te worden.

Dag 5

De kleintjes zien er goed uit. Ze hebben lekkere ronde buikjes van het eten en groeien goed. Ze beginnen al kleine haartjes te krijgen.

Dag 7

De eerste week zit erop en de kleintjes beginnen er al steeds meer als echte hamstertjes uit te zien. De twee donkere zijn allebei wildkleurtjes. Je ziet al nageltjes en snorharen groeien. Ze kunnen ook al steeds langer zonder hun moeder, dus die zoekt af en toe de rust op een ander plekje in de kooi op. Even tot rust komen en dan weer fijn terug naar haar jongen.

Dag 8

De jongen beginnen nu al zelfstandig droogvoer te eten en zijn minder afhankelijk van de moedermelk. Moeder sleept dan ook een hele berg voer het nest in, wat zo te zien achter in het nest ligt. Het kleintje wat je ziet, duikt hier de voedselvoorraad in.

Dag 11

Met 10 à 11 dagen openen de kleintjes de ogen. Ook kan ik de geslachten al zien. Het zijn 3 dames en 2 heren.

Dag 12

Nu gaan de jongen ook steeds meer op onderzoek uit en gaan echt door de kooi wandelen. Moeder heeft het er zo maar druk mee om haar jongen bij elkaar te houden.

Dag 15

Nu ze 2 weken oud zijn, ben ik druk bezig met het tam maken. Moeder is nog erg beschermend, dus elke dag haal ik de jongen er eventjes uit en krijgen ze alle aandacht.

Dag 17

Ze zijn al echt gewend aan handen. Het zijn echte deugnietjes en liggen regelmatig lekker met elkaar te stoeien in het hok. Het beginnen al echt zelfstandige hamsters te worden. Ze slapen ook regelmatig al op andere plekken dan waar moeder ligt.

Dag 22

Het zijn nu echt al grote hamsters en wat grootte betrefd zijn ze al bijna niet meer te onderscheiden van moeder. Ze zijn volledig zelfstandig en zullen over een paar dagen ook apart gehuisvest worden van hun moeder en worden ze ook op geslacht gescheiden. Dan mogen ze met 4 à 5 weken verhuizen naar hun nieuwe baaje(s).